Sandplay, een universele taal

Figuurtjes die expressie geven aan wat een ieder op eigen wijze bezighoudt.
Wouter Bleijenberg

Verslag lezing door Wouter Bleijenberg voor de IVAP – Naarden, 13-4-2024
door Mea Coppens

Aan het begin van Wouter Bleijenbergs loopbaan stond hij op deze plek en gaf hij voor de IVAP een lezing over Sandplay met op de eerste rij o.a. prof Quispel en Marten Toonder en dat zijn niet de minsten. Nu na veel jaren ervaring met Sandplay staat hij weer op deze plek. Tijdens zijn plezierige en boeiende lezing geeft hij de geschiedenis van Jungiaanse Sandplay Therapie weer. Hij vertelt wat het is én toont zijn ervaringen door sheets van therapieprocessen.

‘We gaan ín beelden en symbolen zien wat eigenlijk onzichtbaar is in onszelf.’

Geinspireerd door Han Fortmann en zijn boek “Als ziende de onzienlijke”, studeerde Wouter psychologie in Nijmegen. Uit die studie volgde een jaarstage bij Karlfried Dürckheim, zen-meester en psychotherapeut. Durckheim vormde met Maria Hippius in Rütte-Todtmoos, Duitsland een woongemeenschap waar Oosterse en Westerse therapieën werden gegeven.

Daar maakte Wouter kennis met Jungiaanse analyse, drie maal per week een sessie. 

Na het behalen van een aantal registraties in psychotherapie bleef die therapie voor hem te mentaal. Geïnspireerd door het boek Jungian Sandplay, a wonderfull therapy van de Engelse Jungiaanse analyticus Joel Ryce-Menuhin nodigde hij hem uit een workshop in Dieren te geven, waar hij inmiddels met zijn vrouw een psychotherapiepraktijk gestart was. Ook kwam toevallig een Amerikaanse opleidster in Nederland wonen, die leer-therapie gaf aan belangstellende zandspeltherapeuten.

Dora Kalf ontwikkelde Sandplay. Zij had een bijzondere band met het gezin van Jung, woonde er in de buurt en paste op de kinderen. Zij studeerde filosofie en Carl en Emma Jung stimuleerden haar. Zij volgde de Jungiaanse analyseopleiding en ging vervolgens naar Margaret Lowenfeld, een Britse arts in Londen, die de World Technique had ontwikkeld, een meer directieve diagnostische werkwijze. 

Dora Kalf was van mening dat Sandplay een kans moest krijgen en dat er internationaal aandacht voor moest komen. Het is immers een universele taal, los van welke taal en cultuur dan ook.

Figuurtjes die expressie geven aan wat een ieder op eigen wijze bezighoudt. Nu is Sandplay vrijwel over de hele wereld bekend. In 1985 is door haar en dertien Founding Members de International Society opgericht.

Dora Kalf was in tegenstelling tot Erich Neumann vooral uitvoerend bezig, zij heeft één boek geschreven.

De basis van de werkwijze:

Je hebt een client, therapeut en een zandbak van 54 x70 x 7 cm diep, met een blauwe bodem. De vrije en beschermde ruimte van de zandtafel is de basis van de therapie. 

Je hebt miniatuurtjes die in het gunstigste geval de therapeut zelf verzamelt en blijft aanvullen. Soms lijkt het wel dat figuurtjes naar je toekomen tijdens een reis, een vakantie enz. Wouter noemt een voorbeeld van een parelkettinkje dat hij van zijn oma had geërfd. Zijn verzameling miniatuurtjes is onuitputtelijk. Hij toont zijn rijke en zeer gevarieerde verzameling met veel humor en blijkt een creatieve gedreven verzamelaar te zijn. 

En tja, hoe breng je zo’n verzameling onder aan het einde van je werkzame leven…

In de therapeutische relatie spelen overdracht en tegenover-dracht. De therapeut beseft wat de invloed daarvan kan zijn.

Een eigen zandspelproces en leertherapie is voorwaarde om dit werk te doen. De levensfasen die cliënten meemaken, maakt de therapeut ook mee. 

Je stemming, achtergrond, blinde vlekken spelen een rol. Een grote rol speelt ook het subtiele proces van onbewuste communicatie tussen cliënt en therapeut, waarbij de therapeut soms verrast is over eigen uitspraken, associaties of beelden. Noodzakelijk is af te wegen wat in het belang van de cliënt is om te delen.

Er speelt een wederkerig proces van bewuste en onbewuste processen. 

Dora Kalf noemde het een ‘free and protected space’. Binnen die beperkte ruimte komt een figuratie tot stand die innerlijke beelden, belevingen, impulsen, maar ook groeigerichte processen zichtbaar maakt. Een gekozen figuurtje vraagt om amplificeren, uitdiepen wat de betekenis is voor de cliënt, want het is immers voor zo veel persoonlijke betekenissen uitlegbaar. 

Een dier is voor de een gevaarlijk, voor de ander een symbool van iets moois. Slangen, reptielen, kikkers, sigarettenaanstekers, kastelen, zij kunnen naast een persoonlijke ook een universele of archetypische betekenis hebben. Hier diepgaand onderzoek naar doen is een onderdeel van de opleiding.

Psychotherapie start met een diagnostische fase. Wanneer de indicatie een openleggende, explorerende manier van werken indiceert dan kun je Sandplay starten. Duidelijk is dat het niet voor iedere cliënt geschikt is, bijvoorbeeld bij een indicatie voor EMDR, of gedragstherapie. 

De instructie is simpel: ‘Zullen we kijken hoe het voor je is, leg je handen op het zand, sluit je ogen, wat voel je?’ en afhankelijk van de reactie zet je volgende stappen. Je reageert non-directief en uitnodigend, sluit aan en stemt af op de cliënt. Tijdens de figuratie wordt vaak gezwegen. De therapeut maakt aantekeningen over het proces. Verwoorden, verklaren, toelichten zijn niet de bedoeling. Tijdens het proces ontstaat er een dynamiek tussen de figuurtjes, een imaginatie die verwondert. De duur van zo’n proces hangt af van de problematiek.

Elk proces is uniek.

Aan de hand van enkele casussen legt Wouter uit hoe dat verschillend kan gaan: een meisje van dertien jaar verwerkt o.a. door een bezweringsbeeldje haar in het verleden opgelopen trauma door seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Zij heeft last van suggestieve negatieve stemmen die in een open explorerend proces onderzocht kunnen worden.

Wouter betrok bij dit proces ook de ouders en daarmee het uitgebreidere gezinssysteem. 

Een vluchteling verwerkte trauma als gevolg van martelingen gedurende twintig bijeenkomsten door voornamelijk zand te verplaatsen in de bak. Een cliënte die in de zandbak holen maakte die zij zorgvuldig vormde door de juiste hoeveelheid water aan het zand toe te voegen. Zij koos een heremietkreeft als zichzelf, die weer symbool stond voor ontheemding, er niet mogen zijn, zichzelf niet zijn. Op enig moment verhuisde zij. 

Wouter onderzocht het gedrag van heremietkreeften: zij hebben met soortgenoten een sociaal netwerk om hun weke deel te beschermen door verlaten schelpen die als die weer te klein worden, doorgegeven worden aan soortgenoten. De kreeften helpen elkaar aan passende behuizing. Wouter maakt een grappige vergelijking met gezinnen met tien kinderen waarvan de jongste nog met de broek van de oudste broer rondloopt…

Wouter merkt op dat er vaak in de therapie enantiodromie plaats vindt, een term die Jung gebruikte om duidelijk te maken dat in het onbewuste het tegenovergestelde geconstel-leerd wordt. Met andere woorden als er een eenzijdigheid ontstaat, op de een of andere manier indirect het tegendeel zich gaat manifesteren. Eerst innerlijk en later uiterlijk en dan kunnen er synchronistische gebeurtenissen of heel verstorende situaties plaatsvinden. Mogelijk chaos, existentiële crises, maar dan geeft dat een zinvol proces in de transcendentale corrigerende functie van de psyché.

Tot slot laat Wouter zonder toelichting verschillende voorbeelden zien van soms opeenvolgende configuraties. Mij valt op dat er veel overeenkomsten zijn met de basishouding bij openleggende explorerende therapie- en familieopstellingen.

De lezing geeft een lichte prettige toelichting op wat Sand-play is, waarbij zware problematiek zich op een behapbare manier kan laten zien. En er wordt een appèl gedaan op het (innerlijke) kind in client en therapeut. Hoe het onzichtbare zichtbaar kan worden.

Er is een omvangrijk opleidingsproces mogelijk in Nederland volgens de standaarden van de ISST (zie website www.nvst.nl en www.isst-society.com).

verschenen in het Jung Bulletin 3-2024