Samenvoegen en samenhouden

Alles draait om luisteren, nabijheid en invoelingsvermogen.
Huguette Beyens

Huguette Beyens

Verslag lezing door Huguette Beyens voor de IVAP – Naarden, 13-4-2024
door Anthonie Millenaar

Huguette Beyens is kunsthistorica en psychotherapeute. Ze is geïnspireerd door het gedachtegoed van C.G. Jung en verdiepte zich in de betekenis van creativiteit en holding in het proces van herstel. Ze is al meer dan veertig jaar werkzaam ten Huize Poustinia, huis voor herbronning, herstel en vorming.

Tevens is zij lid van ISPS Nederland-Vlaanderen (The International Society promoting Psychological and Social approaches to psychosis). 

De naam Poustinia verwijst naar het Russische woord pousta, woestijn. 

De plek, middenin een bronnengebied in hartje Ardennen, biedt een rustig en voedend kader aan gasten, die ruimte en rust zoeken om bij zichzelf uit te komen. Ook gasten die zich na een crisis, in een proces van herstel, in een veilig kader opnieuw wensen te oriënteren. De wijze van werken is mede geïnspireerd door het gedachtegoed van C.G. Jung.

Hoewel C.G. Jung in de reguliere zorg amper wordt genoemd, blijkt hij door nader onderzoek invloed gehad te hebben op het ontstaan van diverse vormen van een menswaardige en veilige omkadering waarin personen die een geestelijke crisis doormaken het contact met zichzelf terug kunnen vinden. Door deze invloed te onderzoeken ontdekte Huguette in de diverse vormen van omkadering de volgende overeenkomsten en aandachtspunten:

  1. Condities voor veiligheid scheppen door aanwezig te zijn en de werking van grote krachten in acht nemen.
  2. Therapeut en cliënt begeven zich samen in het proces.
  3. In het proces de leiding van de ziel in acht nemen.
  4. Luisteren naar en attent zijn op de inhoud van het onbewuste, de bedding is groter dan alleen het bewustzijn.
  5. Bij de ander zijn als een aandachtige getuige van wat die ander doormaakt.
  6. Een heilige ruimte, een temenos, ontstaat dan, waarin het onuitsprekelijke bespreekbaar wordt.

Vervolgens richt Huguette zich tot de zaal om stil te staan bij het gegeven dat door samen te komen en samen te luisteren, wij aanwezig kunnen zijn met elkaar en met onszelf. 

De verbinding die zo ontstaat helpt om samen contact te leggen met de essentie van deze gezamenlijke ervaring. Op deze wijze raakt het persoonlijke aan het collectieve en de essentie wordt bespreekbaar.

Voor personen met gevoeligheid voor psychose is deze ervaring verre van vanzelfsprekend.
Huguette verwijst hierbij naar R.L Laing’s “ Het verdeelde zelf: een existentiële studie in gezondheid en waanzin”, Boom Meppel 1976.
Laing wijst op twee vormen van gespletenheid, in de eerste plaats is er een breuk in de verhouding tot de wereld en in de tweede plaats is er een scheuring in de verhouding tot zichzelf. Een dergelijk iemand kan zichzelf niet ervaren als samen met anderen.

C.G. Jung heeft met zijn afdaling in de diepte van de ziel zowel de angst voor het uiteenvallen, als de regenererende kracht van de psyche aan den lijve ervaren. Een dynamisch proces van uiteenvallen en samenvoegen kwam organisch op gang, wat zijn neerslag vond in het Rode Boek.

In dit verband verwijst Huguette ook naar de studie die Jung maakte van samenlevingsvormen in andere culturen, waarbij Jung ontdekte hoe belangrijk het is om mensen in een geestelijke crisis deel te laten nemen aan een community.
(Dr. R.J. van Helsdingen “C.G. Jung”, Den Haag, Kruseman 1983).

Problemen blijken immers een universele grond te hebben. Cultuur, families, het speelt allemaal mee bij een geestelijke crisis. En kosmos en natuur zijn één. Genezing heeft ook te maken met het maken van verbinding met het sacrale.

Huguette illustreert dit aan de hand van de genezingsrituelen in Epidaurus.
Vanuit dit verband gaat Huguette in haar verdere lezing dieper in op de rol van de psychotherapeut in het proces van samenvoegen en samenhouden om te komen tot samen-ver-binden, door aanwezig te zijn bij het proces dat de persoon in crisis leeft.
Zij benadrukt dat alles draait om luisteren, nabijheid en invoelingsvermogen. 

Zo ontstaat weer verbinding met wie de mens van nature is. Het is verbinding scheppen vanuit een diepgaand besef dat elk individu ergens wil bij horen.
De houding van de heler is er één van mededogen.

Aan het einde van de lezing toont Huguette een aantal hedendaagse toepassingsvormen van een dergelijke attitude in een context waarin holding, samenhouden, centraal staat.

In de ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’ van de Verenigde Naties staat zwart op wit dat een ieder die een geestelijke crisis doormaakt, recht heeft op verzorging binnen de gemeenschap. 

Een beeldfragment wordt getoond waarin een therapeut een persoon in crisis in zijn eigen woning bezoekt en door aanwezig te zijn bij, contact legt.

De lezing wordt afgesloten met een video van Herman van Veen waarin hij zingt: ‘Lied van de duizelingwekkende diepte”. 

Het is duidelijk dat Huguette alles wat ze vertelt helemaal doorleefd heeft.

verschenen in het Jung Bulletin 3-2024